Verhalen die in Ons Raadhuis zijn geschreven

Zolang Ons Raadhuis bestaat worden er verhalen geschreven. Bij het twee-wekelijkse Tijd-voor-Taal. Voor het open podium elke eerste vrijdag van de maand. En in de projecten die er geweest zijn zoals ‘Van achter naar voor de geraniums’, ‘Ooggetuigen’, ‘Levensverhaal schrijven’ en het podcastproject ‘Veranderkunst: oud worden is niet voor watjes’.

We vinden dat al dat moois toegankelijk moet worden voor iedereen. In het uitklapmenu ‘Media’ is nu ook een onderdeel ‘Verhalen’. We beginnen met een verhaal van Mariette Cremers dat ze schreef voor het podcastproject ‘Veranderkunst: Oud worden is niet voor watjes’.

Mijn fijnste huis

Ik ben jong getrouwd, op mijn 21e. Dit na stevig aandringen van mijn ouders.
Zij hadden ontdekt dat ik soms bleef slapen bij mijn vriendje…
Dat gaf in het zeer katholieke traditionele gezin veel opschudding, want nu leefde ik in zonde.
Mijn moeder stak vrijwel dagelijks een kaarsje op bij het Mariabeeld in de Sint-Janskathedraal te Den Bosch. “Dat het maar goed zou komen met haar jongste dochter.” Goed betekende in dit geval ‘getrouwd’.

Dus trouwden we, in de kathedraal. Het was maart, toch lag de sneeuw wel tien centimeter hoog. En in de kathedraal was het stéénkoud. Op de vraag van mijn heeroom: “Neem je deze man tot je echtgenoot?” antwoordde ik bibberend:  “J… j..j.. ja.”

Mijn kersverse man en ik gingen in een zeer smal grachtenhuisje in Delft wonen. Het was één langwerpige ruimte, met het keukentje in een uitbouw. En in het verlengde hiervan nog een uitbouwtje voor het toilet.
Wanneer het buiten vroor, bevroor daar de waterleiding. Dus als we na gebruik van het toilet wilden doorspoelen, dan moesten we eerst met een haarföhn langs de leiding om deze te ontdooien.

De meubels waren zeer origineel: een omgekeerd roodgeverfd sinaasappelkistje als tafel, een oude achterbank uit een Lelijk Eendje als zitbank. Huisdieren hadden we ook, een uitgebreide muizenfamilie.
De jeugd van nu zal dit ongetwijfeld nogal primitief vinden. Maar wij waren er dolgelukkig mee. En voor onze vrienden was dit grachtenhuisje een zoete inval. Van buiten met de knalgeel geschilderde kozijnen en kleurige bloembakken was het een trekpleister voor het maken van foto’s.

Hieraan zie je dat een geliefd huis, een bijzonder huis niet wordt bepaald door de materiële waarde ervan. Maar door het unieke en het persoonlijke.

Mariette Cremers